Inhoud

Veerpont Kessel

Het verre verleden

Figuur 1 - Plattegrond Kessel 1774
 

Op de plek waar nu het veerpont ligt is in het verre verleden waarschijnlijk altijd een doorwaadbare plek geweest: in tijden van weinig regenval/smeltwater kon met hier de Maas oversteken te voet of met paard en wagen. Oversteek met een veerpont stamt uit de Graventijd (11e eeuw). De eerste officiële vermelding is in het jaar 1391. In de 16e eeuw bezat de heer van Kessel het veerrecht. Toen de kleine heerlijkheden het veerrecht in handen kregen, lag het voor de hand dat zij het recht niet al te ver van hun kasteel gingen uitoefenen. Op deze manier konden ze een oogje in het zeil houden en tevens profiteren van de economische bedrijvigheid die rond het veer plaatsvond. Het beste bewijs hiervoor is het Kesselse buurtschap Veers, ontstaan als aanlegplaats van de pont die een een onmisbare schakel vormde in de handelsroute van Keulen naar Antwerpen.

Toen de veerponten in economisch opzicht interessanter werden, konden conflicten niet uitblijven. Die conflicten splitsen zich veelal toe op de vraag of een veerman al dan niet gerechtigd was om meer dan alleen personen en kleinvee over te zetten; met andere woorden was er sprake van een voet- of pontveer. Bij voetveren mochten alleen de ingezetenen van een bepaald dorp of heerlijkheid in kleine vissersbootjes naar de overkant worden gevaren. Kessel had een veerpont. Veelal werd een veerpont verpacht aan een particulier en in tijden van oorlog waren ze zeer belangrijke als overzetmogelijkheid.

Vreemd geld

Militairen konden, ook in tijden dat er geen oorlog was voor overlast zorgen. Dat ondervonden de Kesselse veerman Jacob Michels en zijn knecht in de zomer van 1746 toen er problemen ontstonden met twee Hongaarse officieren die met onbekende munten betaalden. Toen de veerman dit geld weigerde, begon de officier te schelden en sloeg hij met een stok. De officier beweerde vervolgens dat zij van de heer van Kessel gratis mochten overvaren. Michels antwoordde, dat hij in dat geval zeker door de heer van Kessel zou zijn gewaarschuwd. Daarop betaalde de officier met een 10 stuiverstuk Roermonds. Toen de veerman hem hierna 10 oortjes wilde terugbetalen, sloeg de Hongaar dit af omdat hij dat geld niet kende. Micchels stelde daarop voor naar een huis te gaan waar men dit kon wisselen.

De officieren waren het gestechel inmiddels meer dan beu. Zij bestegen hun paard en belaagden de veerman met hun sabels. Om aan zijn belagers te ontkomen verschanste Michels zich achter een kar, waar hij vervolgens als een haas omheen moest hollen met de Hongaren achter hem aan. Toen ze hem bijna te pakken hadden, dook de veerman snel onder de kar. Vanuit zijn benarde positie riep hij vervolgens: “Ister niemant die mij helpt? Ister niemant die mij ontset?” . Gedachtig het devies dat de aanvval de beste verdediging is, kroop Michels onder de kar vandaan om de officieren met stenen op afstand te houden. Andere passagiers hielpen hem daarbij, waarna de Hongaren eieren voor hun geld kozen. Michels deed van het voorval aangifte bij de schepenen van Kessel om het gedrag van de officieren te melden en omdat hij met het teveel betaalde geld in zijn maag zat.

Figuur 2 - Kasteel De Keverberg in de 18e eeuw
 

De Franse tijd en het Koninkrijk der Nederlanden

Figuur 3 - Kasteel De Keverberg met veerpont op de achtergrond
 

In de franse tijd (1795-1814) schafte de Franse wetgever alle veerrechten af, dit als onderdeel van het streven naar vrijheid, gelijkheid en broederschap. De eigenaren werden hiervoor schadeloos gesteld voor een door de taxateur vastgesteld bedrag. Voor het veerpont van Kessel was dit 6000 francs. De schadeloosstelling liet op zich wachten en is nooit uitbetaald aan eigenaar De Keverberg. Het veerpont was versleten en De Keverberg stelde voor op hun kosten een nieuw veer te bouwen en een pacht voor een termijn van 18 a 20 jaar vast te stellen.

De Franse machthebbers gingen hier niet op in lieten 1810 zelf een nieuw veer maken en verpachten dit. De pachters waren verantwoordelijk voor de veiligheid, de veerstoep, onderhoud, etc. De tarieven werden door de regering in Parijs vastgesteld. Politie en leger hoefden niet te betalen. In 1814 verlieten de laatste Franse troepen Noord-Limburg en werden verdreven en viel Limburg onder koning Willem I. De oude eigenaar (De Keverberg) wilden herstel van de veerrechten, er volgde een lang gevecht dat ze verloren, de Staat werd definitief eigenaar. Het Kesselse veer werd een Rijksveer en werd verpacht, in Kessel aan Arnold Timmermans en later aan Gerard Bongaerts voor 257 francs. Slecht onderhoud leidde in 1825 tot problemen. Toen hier tengevolge van hoge waterstand de aanlegplaats onbruikbaar was geraakt, achte de veerman het niet zijn taak om hier iets aan te doen omdat de pachter vond dat degelijke herstelwerkzaamheden voor rekening van het Rijk moesten komen.

Dat herstel dringend nodig was, bleek een half jaar later toen de veerman de pont niet meer boven water kon houden en deze zonk. Ook de burgemeester van Kessel had redenen tot klagen nadat de veerman hem op last van in Kessel gestationeerde douaneambtenaren na zonsondergang niet meer mocht overvaren en hij noodgedwongen in Reuver moest overnachten. Volgens de Kesselse burgervader ging het de ambtenaren niet om de bevordering van ’s lands interesses, maar enkel om hem te beledigen. Langzaam werden ook meer eisen gesteld aan de veiligheid van het veerpont en de kennis en kunde van de veermannen. In 1830 kwam Limburg tijdelijk onder Belgisch gezag maar viel in 1839 weer in het Koninkrijk der Nederlanden. Voor de eigenaren en gebruikers van de veerponten veranderde er nauwelijks iets.

Figuur 4 - Veerpont omstreeks 1900
 
Figuur 5 - Originele tarievenlijst veerpont Kessel
uit eind 19e/begin 20e eeuw
 

Het veerpont was in de 19e eeuw een platte houten schuit voorzien van een oprijplank die met een ketting op en neer werd gelaten. Onderhoud en vernieuwing werden openbaar aanbesteed. In 1844 kwam in Kessel een nieuw veerpont met een totale lengte van ca 4 meter en een breedte van ruim een meter. In 1850 werd dit vervangen door een veerpont geschikt voor max 80 a 100 personen. In 1903 werd dit vervangen door een stalen gierponten later weer in 1931 door een groter pont. De pachtsom was fl 310,- en later fl 331,-.

De tarieven werden landelijk bepaald door het Rijk bepaald en moesten in de 20e eeuw zichtbaar zijn op de veerstoep. Een voorbeeld van zo’n tarievenlijst is onderstaand weergegeven. Het origineel is is te bezichtigen in restaurant De Rozentuin in Kessel.

De 20e eeuw

Eeuwen lang was de Maas een wispelturige rivier die scheepvaart ernstig bemoeilijkte. Vandaar dat de regeing in 1915 besloot de rivier te kanaliseren, waarna er tussen 1920 en 1926 talrijke stuwen in de rivier werden gelegd. De kanalisatie betekende ook dat de stroming grotendeels wegviel waardoor veermannen nauwelijks konden gieren.

Doordat het gierpont desondanks nog vele jaren in de vaart bleef ontstonden er enorme vertragingen en regende het klachten. Zo wenden burgemeester en wethouder van Beesel zich in 1928 tot de minister van waterstaat naar aanleiding van verkeersstremmingen bij het Kesselse veer omdat de pont de Maas niet meer overkwam. “Thans moet men de pont met stokken de Maas over duwen waarmee telkens een half uur tot drie kwartier gemoeid is” schreef het Beeselse college, dat de minister dringend verzocht om het veerpont van motorkracht te voorzien. Dit geschiede halverwege de jaren dertig. In 1933 trad de verenwet in werking waarbij de gemeente verantwoordelijk werd voor het veerpont, het toezicht kreeg de provinciale Waterstaat.

Dreigend oorlogsgevaar leidde eind jaren dertig opnieuw tot maatregelen om te voorkomen dat vijandelijke troepen de Maas zouden oversteken. Zo moest het veer ’s nachts aan de Kesselse kant afgemeerd zijn. Aan het veerpont werd explosieven aangebracht om bij een eventuele Duitse aanval dit midden op de Maas tot zinken te kunnen brengen. Dit lukte bij de Duitse inval op 10 mei 1940. Vrij snel na de Nederlandse overgave lieten de Duitsers het gezonken veerpont uit de Maas halen om het te repareren. Zo werd de veerdienst in juli 1940 alweer hervat en ingezet voor het verplaatsen van Duitse troepen. In Kessel werden met hulp van veerman Tonny Beeks ’s nachts vluchtelingen per roeiboot overgezet.

Drama

Op 11 november 1944 speelde zich op het veer een verschrikkelijk drama af. Zeven mannen uit Belfeld kregen die dag van de Duitse bezetters opdracht om in Meyel graan te gaan halen. Toen ze op de terugweg hun vracht met de pont van Kessel naar de overzijde van de Maas wilden vervoeren, weigerde veerman Beeks dit gezien de grote last, de staat van het veerpont en de hoge waterstand: veel te gevaarlijk. De Duitsers zetten zelf de karren over en door verkeerd laden kwam er tijdens de tocht water in het ruim. Hierdoor schepte de veerklep water waarna de pont voorover helde en de karren naar voren schoven de diepte in. Veerman Tonny Beeks moest machteloos toezien hoe zes Duitse soldaten en 7 Belfeldenaren verdronken. De roeiboten waren toen al door de terugtrekkende Duise soldaten opgeblazen, waardoor aan de overvaart tijdelijk een einde kwam.

De gezonken Kesselse pont werd na het ongeval vrij snel gelicht en was met betrekkelijk weinig moeite weer in bruikbare staat te brengen. Vandaar dat de burgemeester van Kessel en in september 1945 met klem er op aandrong om – vooral met oog op het treinverkeer tussen Roermond en Venlo- de verbinding snel te herstellen. Aangezien er aan de westzijde van de Maas geen verbinding tussen Roermond en Venlo was, moest alle transport via een van die twee steden omrijden. De burgemeester wees er daarbij ook op dat Kessel en omliggende gemeenten voor kleiwaren bijna geheel op de industrie in Reuver, Belfeld en Tegelen waren aangewezen. Hij stoorde zich er daarbij aan dat er tussen Venlo en Mook al drie gemechaniseerde veerdiensten in bedrijf waren, terwijl men tussen Venlo en Roermond slecht een roeibootje had. Hij kreeg zijn zin; enkele dagen na zijn oproep stelde Rijkswaterstaat tussen Kessel en Reuver een veerpont in bedrijf.

Schildje van de Kesselse veerpont
 
Het kaartjesapparaat behoort tot de standaarduitrusting van de veerman
 

De na-oorlogse tijd

Figuur 6 - Veerpont omstreeks 1950
 
Figuur 7 - Transport zand-grind-kleiwaren
 

Door onwikkeling van de industrie, oa de kleiwarenindustrie, werd het veerpont steeds drukker. In een rapport over de “Veergelden” dat de Kamer van Koophandel opstelde kwam naar voren dat het interessant was om in Kessel een brug te bouwen. Ook mede het onderzoek dat de Rijkswaterstaat daarna in 1962 uitvoerde werd met plan opgenomen en het Rijkswegenplan. Naast de toegenomen verkeersdrukte speelde daarbij de gunstige ligging van Kessel - tussen Roermond en Venlo – een rol evenals een aansluiting te maken naar het Peelgebied en Oss.

Het plan kreeg geen hoge prioriteit maar werd in 1968, op verzoek van de provincie Limburg, opgenomen in het Rijkswegenplan. Intussen nam vooral het vrachtverkeer bij het veer enorm toe en stapelden de klachten op de lange wachttijden zich op. De Maas– en Roerbode vroeg zich in 1964 zelf af waarom Rijkswaterstaat zo’n hoge eisen stelde aan de in particulier beheer gevoerde veerdiensten, terwijl de Rijkspont in Kessel met een zwaar verouderd 10- pk motortje als aandrijfkracht overvoer en de roeiboot al maandenlang lek was. Uiteindelijk werd in 1966 het 10 pk motortje vervangen door een 30-pk en werd het draagvermogen vergroot. De verlangde brug kwam er niet. De pachtgelden liepen eind jaren zestig op tot f 12.000,-.

Na opening van de Lommerbergen in 1968 in Reuver werd het veerpont het drukste van Limburg. In Kessel verzorgde vanaf 1920 Tonny Beeks de overtochten die in 1976 werd overgenomen door een van zijn medewerkers Harrie Naus. De pachttermijn was in begin jaren zestig 3 jaar en werd vervolges vijf jaar. Alle eigenaren en exploitanten moesten zich houden aan de plichten die zijn vastgesteld in de Verenwet. Tot in de jaren zeventig waren de vaartijden afgestemd op de agrarische samenleving en gekoppeld aan zons op- en ondergang. Er werd enkel vanaf twee uur voor zonsopkomst en twee uur na zons ondergang gevaren. In 1971 paste de Rijkswaterstaat op aandrang van enkele gemeentebesturen aan, waardoor de veerponten langer overvoeren, de vaartijd werd aangepast: op werkdagen vanaf 6.30 uur. De laatste veerpont vertrok rond 22.30 uur. De vaartijden werden ’s zomers vaker aangepast om het toerisme in de regio te stimuleren. Bij ijsgang waren de huurders verplicht het veerpont naar een veilige plaats te brengen.

Lange tijd was het voor de pachter onmogelijk om van de veerinkomsten te leven Vandaar dat veel veerlui in de nabijheid van het veer een veerhuis of cafe uitbaten. Aan de Beeselse kant was dat lange tijd cafe “De Schans” en in Kessel “Het Veerhuis” in Veers. Dit veranderde toen Rijkswaterstaat vanaf 1976 nieuwe overeenkomsten afsloot, waarbij de exploitant en zijn personeel een redelijk bestaan werd gegarandeerd. Deze maatregel leidde tot verhoging van de tarieven. In 1982 lagen er plannen om het veerpont van Kessel te vervangen. Door de grote verkeersstroom kon men hier destijds met grote vertraging overzetten. De plannen werden echter echter weer opgeborgen vanwege bezuinigen bij het Rijk. Wel werd het veerpont voorzien van radar en marifoon. Met ingang van 1 januari 1984 werd het Gewest Noord-Limburg de nieuwe eigenaar van de 5 maasveren tussen Kessel en Broekhuizen. Rond 1990 ging het veerpont voor een ingrijpende renovatie naar werf Smits. Het veerpont kreeg een stalen dek en een nieuw stuurhuis. Het drukke maasveer werd doormidden gezaagd waarna er een extra rijstrook werd ingelast. De pont kreeg zo een breedte van 8 meter 50. Verder onderging het veerpont diverse technische wijzigingen. Het oude kettingveerpont uit 1931 is in 2014 vervangen door een modern veerpont met 2 motoren van elk 160 pk en dubbele schroefaandrijving.

In 2014 nam Ton Paulus de pacht over van Harrie Naus.

Figuur 8 - Tijdens Oud Limburgs Schuttersfeest in Beesel
(4 juli 1982) lagen er 2 ponten in de Maas
 
Figuur 9 - Veilige stalling veerpont in grindgat bij Kuipers
 

Opgesteld door Henk Lenders, met dank aan: gebruikte gegevens/foto’s/medewerking:

  • Wil Janssen
  • Ton Hendricks
  • Hans Kuipers
  • Peel en Maasnet
  • Aan de Ketting over de Maas van Ragdy van der Hoek en Ad Bogers
Figuur 10 - Veerpont 2020